
Ik heb een tijdje niet geschreven, maar ben daar nu, voor het stoplicht, toch maar weer mee begonnen. Als je niet schrijft en veel tijd alleen door brengt, en ik zit om te beginnen al de hele dag op de weg, dan wordt de stem in je hoofd steeds harder. Je gaat steeds luider denken. Eigenlijk is dit dus de schrijfstroom, die normaal naar buiten loopt, maar nu binnen in je hoofd blijft en opkrult. Alsof je alles aan de binnenkant van je schedel op schrijft. Met natuurlijk als grote nadeel, de ronde vorm. Zo kom je op een gegeven moment steeds weer bij hetzelfde punt uit, waarna je dezelfde gedachtes weer gaat overschrijven. Hierdoor klinken ze dus steeds harder.
Wanneer dit goede gedachtes zijn is dit geen punt, zou je denken. Het probleem is enkel dat je nooit echt precies binnen de lijntjes denkt, maar altijd net een beetje uitschiet hier of daar. Dingen iets langzamer denkt, of iets sneller, iets genuanceerder of juist eens superbot. Bij de tweede ronde is dat nog geen probleem, maar als je maar lang genoeg door gaat wordt het een onleesbare brei. Een kakofonie van gedachtenstromen, waar je nog wel passief van kan genieten, maar waar geen touw meer aan vast te knopen is. Daarom gaat de kraan nu, voor het stoplicht, met gevaar voor eigen leven, weer lopen.
Ik ben daarom ook oprecht blij dat je weer op me afgestemt hebt. Als iedereen even een gedachtestroompje voor zijn rekening neemt is het zo weg en heb ik weer rust. Zie maar hoe je er zelf weer van af komt.